Gouwsluisseweg 76 - SHJVS

SHJVS
SHJVS
Ga naar de inhoud
Stolpersteine - Gouwsluisseweg 76

Warburg, 14 februari 1882 – Auschwitz, 21 oktober 1944
Keulen, 23 januari 1888 – Auschwitz, 21 oktober 1944

Laer, 2 december 1858 – Westerbork, 20 april 1943


Op dit adres woonden vier Joodse mensen die na de Kristallnacht van 9 november 1938 naar Nederland waren gevlucht. Emma en Paul Wolfstein met hun dochter Irene Wolfstein en de moeder van Emma, Ida Platz-Heimbach. Hun andere dochter Ruth hadden ze in 1938 al naar de Verenigde Staten gestuurd. In het najaar van het eerste oorlogsjaar moesten Duits-Joodse vluchtelingen uit de kuststrook verdwijnen. Daar viel Leiden ook onder. Zo kwam het viertal in Alphen aan den Rijn terecht. Irene kreeg een oproep om zich op 12 augustus 1942 op het station van Alphen aan den Rijn te melden. Toen dat nog mocht, werkte ze als tandartsassistente in de Stationsstraat. Met zes andere jonge Joodse Alphenaren vertrok ze naar Amsterdam. Een paar dagen later was ze echter alweer terug in Alphen aan den Rijn. Wat er in Amsterdam gebeurd is, weten we niet, maar na terugkomst in Alphen drong ze er bij haar vader op aan onder te gaan duiken. Haar vader wilde daar niets van weten. Hij had in de Eerste Wereldoorlog in het Duitse leger gediend en Hitler had immers beloofd dat hij Joodse officieren zou sparen.
 
Ida Platz lag in het Elisabeth Ziekenhuis in Leiden, toen het merendeel van de Joodse Alphenaren op woensdag 30 september 1942 van huis werd opgehaald en naar de vernietigingskampen werd gedeporteerd. Haar kinderen en kleindochter hoefden die dag nog niet mee. In maart en april 1943 werden in heel Nederland de ziekenhuizen en inrichtingen uitgekamd en werden de Joodse patiënten en inwoners naar Westerbork overgebracht. Op 20 april 1943 overleed Ida Platz eenzaam in een barak in Westerbork.
 
In april 1943 makten de Duitsers bekend dat er zich geen Joden meer mochten ophouden buiten Amsterdam. Zij kregen de opdracht zich te melden in het relatief nieuwe kamp Vught. Irene werd in het Philips-commando aan het werk gezet. In de zomer van 1944 ging zij alsnog op transport. Ze kwam in verschillende concentratiekampen terecht, maar overleefde de oorlog. Haar ouders gingen in september 1943 op transport naar Theresiënstadt in Tsjecho-Slowakije. Een maand later vertrokken ze met het laatste transport naar Auschwitz en daar werd het echtpaar Wolfstein meteen na aankomst vermoord.

Terug naar de inhoud